Bangkok 3 dagen en naar huis

12 april 2018 - Bangkok, Thailand

buiten Bangkok, naast het restaurantje fietstocht

Zaterdag 7 tm dinsdag 10 april

De taxichauffeur die ons naar Kingsford Smith Airport brengt zit (te) strak in het pak en is erg overtuigd van zichzelf. Hij komt ergens uit het Midden Oosten vandaan en schept op over zijn vrienden en familie die overal in Europa wonen: in Finland, Denemarken, Engeland, België en ook in Nederland. Als ik belangstellend vraag in welke plaats ze wonen in Nederland, dan blijft het stil. Hij weet het niet. En hij heeft ook familie wonen in een groot Oost Europees land. Het duurt even voordat hij daar de naam van weet: Namda, zo heet het land. Hm? Namda? Dat land kennen we niet. Eerst blijft het weer stil, dan is hij zeker van zijn zaak: Namda heet het land, echt een heel groot land in de buurt van Roemenië en Hongarije. Vlak voor we bij de luchthaven aankomen corrigeert hij zichzelf. Het land heet niet Namda maar Astra! Ahaaa….hij bedoelt Austria!

Bij de paspoortcontrole is Jørgen de klos, zijn paspoort wordt niet geaccepteerd door de elektronische controle en hij moet naar een apart loket voor de ouderwetse controle. Dan wordt z’n rugzak door de scanner verdacht bevonden. Die wordt omgekeerd en jawel: een flesje water onderin is de boosdoener. Vervolgens wordt de rugzak en hijzelf gecontroleerd op explosieven. Dat is wel een passende controle vind ik. En het apparaat gaat niet eens af! 

Om 19.30 uur vertrekken we. Het is een lange vlucht van iets meer dan 9 uur en toch komen we om 2 uur aan in Bangkok. Daar lopen we vast in een enorme slang wachtende passagiers, die allemaal nog door de pascontrole moeten. Wij moeten de rij in voor foreigners en staan tussen een groep Chinezen in, die een stuk kleiner zijn dan ik en die volgens mij nog nooit zo’n lange vrouw met (zongebleekt) blond haar hebben gezien. Eén passagier controleren en een stempel zetten in het paspoort duurt gemiddeld 28 seconden en er zijn 3 ambtenaren aan het werk. We zijn 1,5 uur later door de controle heen en een snelle rekensom leert ons dat er zo’n 550 man voor ons in de rij stonden. Datzelfde aantal stond rechts van ons in de hal aan Thaise reizigerskant. Midden in de nacht staan we dus met ongeveer 1100 man te wachten om het land binnen te komen.

Pinnen, taxistandplaats opzoeken, nummertje uit de automaat halen, we hebben taxinummer 28 en weg zijn we. Naar ons hotel in de stortregen. In het pikkedonker zien we helverlichte winkeltjes die open zijn, vrouwen die onder een plastic afdak aan het koken zijn, prachtige meisjes die langs de weg op klanten staan te wachten, het lijkt wel of de halve stad al wakker is. We worden afgeleverd bij een luxueus hotel, checken in en zoeven naar kamer 502 met de snelste lift aller tijden. En daar wacht ons een verrassing: het is geen kamer, maar een soort 2 kamerappartement incl. keuken en balkonnetje. Als je ooit naar Bangkok gaat, ga dan naar het Adelphi 49! Half 5 plaatselijke tijd en precies 12 uur later dan de vertrektijd kruipen we in bed.

Half 9 staan we op, want we  hebben maar 3 dagen om de stad te bekijken. Eerst even de fietstocht boeken voor maandag bij Co van Kessel en dan gaan we de stad (en de enorme herrie en stank van de uitlaatgassen) in. Oversteken in Bangkok is geen sinecure. Stoplichten voor voetgangers zijn er nauwelijks. Oversteken is een kwestie van timing. Auto’s stoppen niet gauw voor voetgangers, ze rijden zonder scrupules de vouwen uit je broek.  

We verdiepen ons in de betaalmethodes bij de metro en de Skytrain, dat is een heuse speurtocht, maar het lukt allemaal en we komen waar we te voet verder willen gaan. De stadsplattegrond die we meegekregen hebben geeft geen schaal aan, dus we hebben geen idee van afstand en tijd. We komen terecht op een eindeloos lange markt, waar je elkaar net kunt passeren, met een wirwar aan zijstraatjes waar geen zonlicht in valt. Veel kledingstalletjes, plastic artikelen, groenten en fruit, lotenverkopers  en er tussendoor de minuscule eetstalletjes, waar niet alleen de marktbezoekers, maar ook de verkopers hun eten halen. Op welk moment van de dag je ook komt, er wordt altijd gekookt en gegeten. Opvallend is dat ’s avonds stalletjes onbemand zijn, maar dat de spullen blijven staan. Niet zover van het hotel heeft een vrouw met haar 2 kinderen een bloemen- en planten verkooppunt . Om een uur of 8 gaat ze naar huis en laat alle planten gewoon langs de straat staan en er is niemand die het ook maar in z’n hoofd haalt om daar iets van mee te nemen. Later leren we dat ‘sharing’ een heel wezenlijk onderdeel is van de Thaise maatschappij. Je helpt elkaar en je deelt je bezit en je eten als dat nodig is.  

Onverwachts lopen we langs een koffiezaak, de eerste die we zien vandaag. Binnen wacht ons nog een verrassing, op schappen langs de muur staan en liggen boeken, waaronder veel Nederlandse. Even verder ligt het Central Station, ontworpen en gebouwd door 2 Nederlanders rond 1912. We zijn niet echt onder de indruk van deze hal met rond dak, wel van de enorme lagen stof en vuil aan de onderkant ervan en de enorme hoeveelheid reizigers die geduldig op de grond wachten op hun treinverbinding. Daarna wordt het tijd voor ons eerste tempelbezoek in Bangkok. Alleen zonder schoenen en decent gekleed mag je naar binnen maar eenmaal binnen mag dan weer alles: fotograferen, je geld tellen tijdens de ‘dienst’, handel verkopen voor het beeld van Boeddha, praten, voor de mensen in gebed langslopen….

Zondag 8 april

Zondag tempeldag en dit keer per tuktuk. Lekker wegstinken achterin zo’n scheurijzer. We zijn eigenlijk een beetje te lang voor een tuktuk. Als je wat wilt zien onderweg, moet je je hoofd onder het valletje naar buiten steken, met het risico dat een medeweggebruiker je hoofd raakt. Daarna een overstap op de watertaxi, die o.a. aanlegt bij een van de tempelcomplexen waar we heen willen.

Er zijn meer dan 400 tempels in Bangkok, de een nog mooier dan de andere. En er worden er ook nog steeds bij gebouwd. De meeste tempels en monniken zijn afhankelijk van de bijdragen van de inwoners van de stad. En soms worden ze ondersteund door bijvoorbeeld de koninklijke familie of een of andere instelling. Een tempel heeft altijd extra functies: er wordt onderwezen, er is een ziekenhuisje, een opvang voor kinderen die het thuis niet zo goed hebben en het is een ontmoetingscentrum. Dat is allemaal gratis en als tegenprestatie betaalt de burger met donaties het leven binnen de tempel. In de tempels staan rijen rode ijzeren en glazen boxen waar je je donaties in kwijt kunt en op elke box staat waar je donatie naartoe gaat. En elke tempel heeft een Boeddha, de een nog groter dan de ander en de een met een nog dikkere bladgoudlaag dan de andere. Op het terrein van één van de grote tempels is een soort festival aan de gang. Veel partytenten (jammer, geen foto’s dan maar) en veel bijeenkomsten met sprekers, muziek en dans en natuurlijk veel eettentjes. Als we het terrein opkomen lopen de festiviteiten op hun eind. In een gang met een lange rij Boeddha beelden is een kleed gelegd en daarop liggen oudere festivalmedewerkers te rusten. 

In de tempel worden veel offerandes op het altaar neergelegd, vooral veel voedsel (eieren, vruchten, frisdrank) maar ook bloemen. Dit is allemaal bestemd voor de monniken, maar ook voor de armlastige burger die langskomt met een plastic zakje en voor de mevrouw die eieren nodig heeft voor haar voedselstalletje dat achter het altaar staat. Er worden ‘diensten’ gehouden waarbij de monnik zich richt op één persoon, maar we zagen ook bijeenkomsten van een groep marinemensen die een gezamenlijke dienst bijwoonden waarbij zo’n 8 monniken betrokken waren. Daarbij werden grote rieten manden met geschenken aangeboden, waaronder de oranje/bruine omslagpijen die de monniken dragen. Toen we achter het altaar omliepen zagen we dat het goud op de rug van Buddha aan het bladderen was. Hier geen bladgoud gebruikt, maar bladdergoud, denk ik.

Maandag 9 april

Ontbijt om half 6 en de eerste joggers komen al voorbij op straat, tussen de auto’s door in de uitlaatgassen. Vandaag gaan we fietsen. Om 7 uur vertrek bij Co van Kessel voor de fietstocht met nog 6 anderen – allemaal Nederlanders – met 2 gidsen in het geel gekleed. In Thailand heeft elke dag een kleur. Maandag is geel, de koning is op een maandag geboren, daarom is geel de lievelingskleur. En omdat wijlen Co van Kessel ook op een maandag geboren is, zijn de fietsen (met mandje voorop) geel, net als de bedrijfsshirtjes van de gidsen. De ‘voorrijder’ die zich voorstelt als Bob, omdat hij een voor ons onuitsprekelijke Thaise voornaam heeft, spreekt ook een beetje Nederlands. Zijn woordenschat bevat met name woorden die met fietsen te maken hebben zoals: fietsmandje, linksaf, rechtsaf, afstappen, lekke band en achterelkaar rijden. Handig voor als je aan het fietsen bent, maar niet zo bruikbaar in een gewoon gesprek.

De tocht begint dwars door Chinatown, een flinke wijk, waar zo’n half miljoen Chinezen wonen en werken op een oppervlakte van 2 bij 2 km. Intussen is de bevolking gemengd Chinees/Thais. Elk buurtje in de wijk verkoopt z’n eigen waar. Wij beginnen in de auto/motor/brommeronderdelen buurt. Dit deel is ontstaan na het vertrek van de Japanners na de 2e Wereldoorlog. Hierbij lieten ze enorm veel materieel achter en daar zagen de Chinezen wel brood in. De steegjes waar we doorheen fietsen worden steeds smaller, soms past alleen de fiets door het gangetje. Leuk om te doen als je een geoefend fietser bent, maar wat als je dat niet bent? Dan ‘afstappen’ zegt Bob. Met de fiets aan de hand lopen we door de enorme overdekte vismarkt, waar naast de verse vis ook zeekomkommers en schorpioenen te koop zijn en waar het niet naar vis ruikt. Daarna rijden we door naar de bloemenmarkt, ook overdekt. De fietsen worden gewoon bij de ingang neergezet, zonder slot erop. Niet ruiken aan de bloemen, want de verkopers denken dat dan de geur eraf gaat, waarschuwt Bob, dus dat doen we niet.   

Voor het tweede deel van de fietstocht gaan we per bulderende longtailboat - met de aangepaste vrachtwagenmotor die zoveel herrie maakt – zo’n 10 km naar het westen van Bangkok. De fietsen gaan mee, want die hebben we daar weer nodig. Het is een fantastische tocht door de kanalen. Langs de oevers is over de kanalen heen gebouwd. Er staan houten huizen op houten palen - soms niet helemaal horizontaal meer - en de wat nieuwere op betonnen palen net boven het water. Soms staan er wel drie huizen achterelkaar vanaf de oever en dat maakt het kanaal best smal. Hoe verder we van het centrum afvaren, des te beter zien de huizen eruit. Hier wordt ook Chinese waterspinazie gekweekt tussen de huizen. In dit gebied vinden regelmatig overstromingen plaats. De moderne huizen staan daarom ook wat hoger boven het water dan de oude. Een paar jaar geleden hebben veel huizen  waar we langs varen 3 maanden onder water gestaan en de gevolgen zie je nog onderweg: weggerotte woninkjes, die scheef in het water hangen. En opeens zien we grote varanen op een richel langs het kanaal liggen, lekker in de zon. Het is hier lekker stil en de lucht van het water is toch een stuk aangenamer dan de uitlaatgassen in de stad.

Fietsen weer uit de boot en deel twee van de tocht begint. Nu over een smal betonplaten pad dat tussen de kwekerijen (rijst en groenten) en bananenplantages doorloopt. Over deze paden kun je bij je landje komen, maar alleen per motor, brommer of fiets. Wel goed sturen, want er zijn veel haakse bochten in het parcours en even niet opletten betekent een val van 1,5 meter en een nat pak. En dan is daar opeens een restaurantje aan een kanaaltje waar we gaan lunchen, op een kruising met een ander betonplaten pad en een hoog bruggetje. Aan de andere kant van het pad staat een tempel en op de minieme kruising zijn wat winkeltjes of eigenlijk tafels met een luifel erboven waar olie, wasmiddel en meer van die onmisbare artikelen verkocht worden. Authentieker kan haast niet. En dit was vreselijk lekker eten. Dit restaurantje was al 17 jaar de vaste lunchplek voor de fietstocht, ooit ontdekt door wijlen Co van Kessel. Tijdens het eten legt Bob uit dat de Thaise taal erg lastig is, niet alleen omdat er 44 medeklinkers en 32 klinkers in voorkomen, maar vooral omdat de intonatie bepaalt wat de betekenis van het woord is. Als voorbeeld neemt  hij het woord ‘kai’. Dat betekent kip, ei en nog 3 andere woorden die ik vergeten ben. Denk je kip te bestellen in het restaurant, krijg je een ei op je bord als je niet oplet. De vrouw des huizes/kokkin helpt mee als we na afloop het wat erg steile bruggetje op moeten: ‘afstappen’ roept ze terwijl ze ons de weg over het bruggetje aanwijst. Nog even genieten van de landelijke omgeving. Het laatste stuk terug gaat weer per longtailboat, die ons afzet bij een aanlegsteiger niet ver van ons startpunt. Wat een ontzettend leuke ervaring was dit.

Terug in het hotel wordt een afspraak gemaakt voor een voetmassage om de hoek van de straat. Na afloop lopen we als afscheid nog even door de straten in de buurt in het half donker. Dat is in het begin een beetje lastig, want mijn voeten glibberen een beetje van de massageolie. De fietstocht en de massage vormen een mooie afsluiting van ons verblijf in Bangkok, maar zeker is dat drie dagen veel te kort is voor zo’n bijzondere stad.

Dinsdag 10 april

Vertrek 6 uur met de taxi naar het vliegveld en om half 10 vliegen we weg. Zo lang als we erover gedaan hebben om Bangkok binnen te komen, zo snel zijn we nu door de pas- en handbagage controle heen. Fluitje van een cent. Eerste deel Bangkok – Dubai met een overstap in Dubai, waar we weer met het treintje naar een ander deel van de luchthaven reizen. Gelijk weer inchecken voor deel twee van de reis: Dubai – Amsterdam. De tijd vliegt ons vooruit met uren tegelijk. Eigenlijk landen we om kwart voor 2 ’s nachts, maar het is pas kwart voor 8 en licht buiten en ook nog eens 18°. En bij de uitgang zien we een mooi spandoek, vastgehouden door ‘de Admiraaltjes’, die ons komen ophalen.

Het was fantastisch, we hebben ontzettend genoten, heel veel gezien en we hebben met veel plezier aan de blog gewerkt.  

Na deze laatste blog komt nog een laatste filmpje, dus jullie zijn nog net niet van ons af.

Verslag Kootje

Foto’s

8 Reacties

  1. Han:
    12 april 2018
    Dat was wel spannend daar bij de douane. Mijn dochter is de vorige maand ook in Bangkok geweest, ze zit nu in Cambodja. Jammer dat de tijd om is, of niet? Prachtige reisverslagen en foto's en filmpjes. Een vreselijk mooie ervaring.
    Groet van Han
  2. Barbara:
    12 april 2018
    Welkom terug! Het was leuk om op deze manier een beetje mee te reizen!
  3. Marijke Vervoort:
    12 april 2018
    Dank voor alle mooie verhalen en fijn dat jullie weer goed in NL zijn aangekomen.
    Liefs
    Marijke
  4. Karin:
    12 april 2018
    Wauw die tempel van Arun. Heel bijzonder allemaal.
  5. Marcel:
    12 april 2018
    Ha weer veilig thuis wat een boekwerk wahoe.
  6. Paul Ridderhof:
    12 april 2018
    welkom thuia... ik kon niet wachten!!!
  7. Atie:
    12 april 2018
    🌆🌇
  8. ToJo:
    13 april 2018
    Mooie afsluiter van een heerlijke trip!